Edith
Herlemont-Lassiat (Exporevue,janvier 2008 Bruxelles)
Traduction
en néerlandais: Mia Goossens
Portretten
van vlees en bloed. Zonder diepere betekenis?
Joëlle Delhovren is op de eerste plaats een portrettiste die ligt
in de lijn van de Engelse schilders. Het is een krachtige en gevoelige
kunstenares. Op het eerste gezicht herkent men zonder twijfel een verwantschap
met Lucien Freud. Maar naast die eerste vanzelfsprekende vaststelling
van de kenmerkende, bijna aquarelachtige bewerking van haar doeken, de
krachtige toetsen in haar bewegingen en de treffende kleuren van sterk
getekende gezichten, ontdekt men snel dat ze een zeer persoonlijk universum
ontwikkelt. Zonder schroom creëert de kunstenares ‘echte smoelen’
geboetseerd door zware levens en intense gevoelens, zoals in de films
van Gabin. Zijn het verwijzingen naar haar eigen leven vol twijfels en
empathie voor een wereld die ze scherp analyseert maar waarvoor ze zonder
illusies te koesteren, toch frisheid en een vorm van zachtheid overhoudt?
Haar boodschap is complex en voor verschillende interpretaties vatbaar.
In haar verwonderlijke benadering van het onderwerp ‘kinderen’
vindt men een nauwe verwantschap zowel naar vorm als naar inhoud, met
het werk van de gebroeders Chapman en Grayson Perry, de kunstenaars van
de Turner Prize in 2003. Men denkt aan Dinos en Jake Chapman omwille van
hun lucide, cynische voorstellingen van de dood en van de horror, steeds
gemaskeerd en vervormd door camouflerende Disney-symbolen of cartoonfiguren.
En aan Grayson Perry die met zijn ceramische werken onder een schijnbare
elegantie perversies uitbeeldt. Een verborgen diepere betekenis? Of ‘helemaal
geen onderliggende betekenis’ zoals een van haar titels luidt?
Joëlle Delhovren denkt na over de uiterlijke schijn en stelt het
esthetische van een schijnbaar rimpelloze en beheerste wereld waarin in
feite veel valse schijn is, in vraag. Zij doorprikt de illusie, de leugen
en de verblindheid van een consumerende en destructieve maatschappij Ze
hekelt het nutteloze en onderwerpt haar personages aan een zeer diepgaand,
doordacht en intens onderzoek. Op de achtergrond van haar kindergezichten
laat ze vaak subtiele en zeer symbolische sporen na, zoals bij voorbeeld
de discrete sporen van varkenspoten of soms de duidelijke aanwezigheid
van snoezige dieren‘om in te bijten’… De symbolische
betekenis is zeer sterk. Ze lokt uit, verdraait en beschuldigt. Haar werk
wordt er kwetsend door, pijnlijk en empathisch. Ze speelt met het ondenkbare.
Zegt, zonder het te zeggen. Het is aan de toeschouwer om te begrijpen.
De gele eend van het jonge meisje van het werk getiteld ‘Toys’
bij voorbeeld heeft iets dubbelzinnig. Enerzijds past die eend in het
bad van de kleintjes maar anderzijds, zonder het duidelijk te zeggen,
staat zij in feite symbool voor een seksueel speelgoedje.
Naast de ontwikkeling van een vergaande technische virtuositeit en een
vlotheid van scherpe, levendige picturale toetsen die herinnert aan de
frottis-techniek, benadert ze de huid op een krachtige, gevoelige manier
zonder te overdrijven. ‘Ik wil dat de verf functioneert zoals de
huid’ zei Lucien Freud. En het functioneert.
In haar recente portretten zien we nieuwe scenario’s opduiken met
de introductie van betekenisvolle objecten die een link leggen met de
veronderstelde leefwereld van het onderwerp of die gekozen worden in functie
van het onderwerp dat afgebeeld wordt. Zoals in de Renaissance de opdrachtgevers
uit hun universum referentie - objecten kozen zoals machtssymbolen, staat
zij haar modellen toe hun visie over zichzelf te geven en in die zin deel
te nemen aan het werk. De modellen worden in eerste instantie gefotografeerd.
De kunstenares concentreert zich op de meest meditatieve momenten die
ze daarna weer tot leven brengt in haar kunstwerken. Joëlle Delhovren
voert een dialoog met de ruimte op het doek en ontwikkelt een plastische
weergave van de gezichten waarbij zij de huid tot in de kleinste details
bewerkt alsof ze in de huid zelf gekerfd zijn. De sterke aanwezigheid
van rood, toetsen groen – de basis van de portretten van Rembrandt,
meesterlijk overgenomen door Van Gogh- en de talrijke soorten grijs geven
de huid al haar uitdrukking en bezieling.
Vooral haar notitieboeken, unieke exemplaren overigens, die samengesteld
zijn uit diverse collages, teksten, uitgezochte stukken, spontane ingevingen,
zijn opgevat als scherpe klauwen en kreten. Schilderijen en beelden van
alle slag volgen elkaar op, ze legt er haar fantasieën, haar emoties,
haar twijfels, haar angsten, haar woede en haar herinneringen in vast.
Frida Kahlo, Lucien Freud, Frédéric Boyer, ze nodigt hen
allen uit in diezelfde schriften en ze dragen bij tot het voeden van haar
droom en tot het onthullen van die droom aan ons. Elke keer gaat het over
een ander onderwerp maar steeds is het een zelfde gevoelige revolte, een
zelfde terugkerende kracht en een spel met een intens engagement.
Edith Herlemont – Lassiat (Exporevue, januari 2008 Brussel)
|